
Operatie Market Garden
Op 17 september 1944 starten de geallieerden Operatie Market Garden, een grootschalig offensief om bruggen over de Maas, Waal en Rijn te heroveren en een snelle opmars naar Duitsland mogelijk te maken. De operatie verloopt aanvankelijk succesvol, maar strandt bij Arnhem: de brug over de Rijn blijft in Duitse handen. Hierdoor blijft het westen van Nederland bezet en duurt de oorlog langer dan gehoopt.
De missie van de Feathered Injun
Op 18 september 1944 stijgt de B-24 Liberator Feathered Injun op vanuit Engeland als onderdeel van een vloot van 252 vliegtuigen. Het toestel, onder commando van 2/LT. James Gerow van het 579th Bombardment Squadron, heeft de opdracht om bevoorrading te droppen bij Groesbeek, waar Amerikaanse paratroepen vechten om hun posities te behouden.


Onder vuur en neergeschoten
Boven Goeree-Overflakkee wordt het toestel geraakt door Duits luchtafweergeschut, waardoor een van de vier motoren uitvalt. Ondanks de schade voltooit de bemanning de dropping, maar bij de terugvlucht wordt een tweede motor getroffen. Gerow probeert het reeds bevrijde Brussel te bereiken, maar boven Zuid-Beveland vliegt het toestel in brand. Boven Heinkenszand springt de bemanning, maar twee bemanningsleden komen om: S/Sgt. Eugene Kieras valt zonder parachute, en Pvt. Edward Yensho blijft achter en stort neer in de Kruiningenpolder.
Gevangenschap en onderduik
Zes bemanningsleden worden gevangengenomen en naar krijgsgevangenenkampen in Duitsland en Polen gebracht, waar ze tot het einde van de oorlog blijven. Twee anderen weten met hulp van het lokale verzet onder te duiken tot de bevrijding van Zuid-Beveland eind oktober 1944.


Familiebezit
De tentoongestelde propeller en boordmitrailleurs waren jarenlang in bezit van familie Van ’t Westeinde, die betrokken was bij het onderduiken van de bemanningsleden. Bij de verkoop van de woning zijn deze objecten overgedragen aan Bevrijdingsmuseum Zeeland.