Ooggetuigenverhaal: Kees Platschorre
Kees Platschorre, afkomstig uit Ellewoutsdijk, was zeven jaar oud toen de oorlog uitbrak. Hij was de jongste van tien kinderen. Het huis van zijn familie lag aan de zee, met naast zich het fort van Ellewoutsdijk. In eerste instantie werden er Hollandse soldaten in het fort geplaatst. Toen twee van deze soldaten burgerkleding vroegen bij de familie, gooide Kees’ vader de geruilde soldatenkleding in zee, terwijl hij de helm met stenen liet zinken. Kort daarna arriveerden Duitse soldaten met getrokken wapens, op zoek naar de Hollandse soldaten. De oorlog was begonnen, en al snel wemelde het rond het huis van Duitse soldaten.
Werken voor de Duitsers
Kees’ broer werd gedwongen voor de Duitsers te werken in het fort, waar hij munitie moest schoonmaken en inpakken. Ook Kees’ zus moest voor de Duitsers werken; ze schilde aardappels en schuurde beschimmeld brood af in een tobbe. In het dorp was er weinig georganiseerd verzet, maar er gebeurden wel illegale dingen. Zo liet Kees’ vader regelmatig ‘s nachts een varken slachten. Om de aantallen op papier te laten kloppen, verving hij het grote varken direct door een biggetje.
De evacuatie
Tegen het einde van de oorlog werd het huis van de familie Platschorre gevorderd en moesten ze evacueren naar het midden van het dorp. Ook daar was het gevaarlijk, en de vallende bommen van de geallieerden, gericht op Duitse posten, klonken voor Kees als huilende wilde wolven. Uiteindelijk moest het hele dorp evacueren naar Driewegen, maar ook daar was het niet veilig. Toen de Schotten kwamen, brak er hevige strijd uit. Kees herinnert zich de angstige nachten waarin de kinderen bij de volwassenen mochten komen zitten.
Die ene granaat
Tijdens een van die nachten sloeg het noodlot toe. Een granaat ontplofte in het huis, waardoor alles in één grote stofwolk veranderde. “Het was één gloed en een grote stofwolk. Muren die uit elkaar spatten. En de scherven door de rondte,” herinnert Kees zich. Zijn moeder, die schuin tegenover hem zat, kreeg een scherf in haar hals. Kees kroop op zijn knieën door de puinhoop en probeerde zijn zusjes te waarschuwen om weg te gaan, maar ze bleven zitten. “Dat kostte mijn moeder en twee zusjes het leven,” vertelt Kees. Hij was elf jaar oud toen dit gebeurde.
De volgende ochtend verliet Kees zielloos het huis en ging buiten op een bankje zitten langs de weg. Terwijl de Schotten voorbij marcheerden met hun doedelzakken, hoorde hij voor het eerst sinds het begin van de oorlog weer muziek. “Nog steeds als ik een doedelzak hoor, komt alles terug. Maar dat is niet erg, want het komt toch terug.”
Kees Platschorre
Bekijk hieronder het verhaal van van Kees Platschorre, een jongen uit Ellewoutsdijk, die op jonge leeftijd zijn moeder en twee zusjes verloor door een granaatinslag tijdens de oorlog. Hij groeide op in een dorp waar de oorlog steeds dichterbij kwam, met Duitse soldaten in het fort naast zijn huis. Ondanks de angstige momenten bleef Kees vechten om te overleven en zijn familie te beschermen. Zijn verhaal is een getuigenis van verlies, moed en de onuitwisbare herinneringen die de oorlog achterlaat.