loader

Ooggetuigenverhaal: Bert Sandee

Bert Sandee, elf jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, groeide op op een boerderij tussen Lewedorp en Nieuwdorp, vlak bij de strategisch belangrijke Sloedam. Vanaf het begin van de oorlog woedde daar hevige strijd. Bert en zijn familie zaten vaak in angst in de kelder van hun boerderij terwijl de gevechten boven hun hoofden voortgingen. Tijdens een kort moment van stilte tussen het vuren door, besloot het gezin te vluchten. Berts vader liep voorop met een wit laken als teken van overgave. Ze wisten veilig weg te komen, maar een boerderij verderop liep het gruwelijk mis. Bert zag hoe een Duitse granaat insloeg in een huis. Later bleek dat Johannes de Kok en zijn zoon daarbij omkwamen. Bert raakt geëmotioneerd als hij hierover vertelt: “Die vergeet je nooit.”

Bezetting van de boerderij

De boerderijen rondom de Sloedam werden ingenomen door Duitse troepen, waaronder ook de boerderij van de familie Sandee. Toen Berts vader een keer terugging om de boerderij te inspecteren, trof hij een bizarre situatie aan: de varkens liepen rond in de voorkamer en de Duitse soldaten hadden alle eieren van de boerderij opgegeten. Tot overmaat van ramp ontdekte hij dat een Duitser de spaarpot van de kinderen had kapotgeslagen om het geld eruit te halen.

Voor Bert was de oorlog meedogenloos zichtbaar. Bij de Sloedam zag hij voor het eerst dode mensen, waaronder gesneuvelde Franse soldaten. De Duitse soldaten waren al begraven, maar de Fransen lagen nog in het zicht, als een afschrikwekkende boodschap voor de lokale bevolking.

Schaarste en onzekerheid

Veel mensen kwamen melk halen bij de boerderij van de familie Sandee. Ondanks de schaarste bleef Berts vader de melk voor de normale prijs verkopen en weigerde hij mee te doen aan zwarte handel. Toen Bert vroeg waarom zijn moeder ook aan Duitse soldaten melk gaf, antwoordde ze: “Hij heeft ook een moeder.” Deze woorden maakten diepe indruk op Bert en bleven hem zijn hele leven bij.

Bert hield de Duitse soldaten nauwlettend in de gaten. Op 20 april, de verjaardag van Hitler, kregen de soldaten elk jaar vlees. Hij zag hoe de porties elk jaar kleiner werden, totdat er op een gegeven moment alleen nog soep werd geserveerd. Dit gaf Bert hoop: “Toen wisten we: het gaat de goede kant op,” vertelt hij.

In september 1944 eisten de Duitsers een paard en wagen van de familie Sandee en moest er iemand mee om de wagen te berijden. Bert wilde al meegaan, maar zijn vader besloot zelf te gaan. Hij belandde achter het geallieerde front in Antwerpen, dat net was bevrijd. Het gezin bleef weken in onzekerheid achter. Pas op 6 november keerde zijn vader terug, sterk vermagerd en onder de luizen. Hij vertelde weinig over wat hij had meegemaakt, maar Bert herinnert zich nog één opvallend detail: “Hij heeft nooit meer een appel gegeten.” Zijn vader had tijdens de terugtocht naar Zeeland overleefd op appels.

De bevrijding van Zeeland

Terwijl de bevrijding van Zeeland dichterbij kwam, zag Bert Duitse soldaten voorbij trekken. Hij had echter nog niet door dat het einde van de oorlog nabij was, totdat een Duitser tegen hem zei: “Tommie kommt.” Na zware gevechten bij de Sloedam werden Lewedorp en Nieuwdorp uiteindelijk bevrijd. Voor Bert was de bevrijding pas echt compleet toen zijn vader veilig thuiskwam.

Het verhaal van Bert Sandee laat de harde werkelijkheid van de oorlog zien, maar ook de menselijke veerkracht en hoop. Zijn herinneringen bieden een waardevol inzicht in het dagelijkse leven van gewone Zeeuwen tijdens de bezetting en de lange weg naar bevrijding.

Bert Sandee

Bevrijdingsmuseum Zeeland
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.