
Object van de maand November 2025
Marokkaanse krijgsgevangenen in Koudekerke
In de zomer van 1943 verschenen in het dorp Koudekerke plots Marokkaanse krijgsgevangenen. Deze mannen hadden in 1940 aan Franse zijde meegevochten tegen de Duitse bezetter, en waren toen krijgsgevangen genomen. Jaren later werden zij door de Duitsers vanuit andere delen van Europa naar Zeeland overgebracht om als dwangarbeiders te werken aan de Atlantikwall. In Koudekerke leefden zij onder bewaking in een kamp achter prikkeldraad – voor de lokale bevolking een indrukwekkend en ongekend gezicht.
Een ontmoeting over het hek
De jonge Jan Leunis Dop en andere dorpskinderen trokken geregeld naar het kamphek. Met handen en voeten zochten ze contact met de Marokkaanse mannen, die hun taal niet spraken, maar wél hun vriendelijkheid voelden. Soms gaven de kinderen wat eten door het hek. Als dank kregen ze kleine, handgemaakte cadeautjes terug. Jan ontving een houten wandelstok waarin een slang was uitgesneden – een zorgvuldig vervaardigd object, gemaakt met eenvoudig gereedschap.
De korte uitwisselingen over het hek waren meer dan kinderlijke nieuwsgierigheid. Ze vormden stille daden van medemenselijkheid, in een tijd van onvrijheid en geweld. De Marokkaanse mannen waren geen vijand – integendeel, ze waren ooit bondgenoten, en nu gevangenen. De slangenstok groeide voor Jan uit tot een symbool van dat bijzondere contact: mens tot mens, over de grenzen van taal, afkomst en oorlog heen.


Een tastbare herinnering
In het najaar van 1944 verdwenen de Marokkanen uit Koudekerke, vlak voordat de bevrijding van Zeeland begon. Jan zag hen nooit terug, maar de slangenstok bleef – als tastbare herinnering aan een kindertijd in oorlog en aan een onverwacht contact dat indruk maakte. Vandaag maakt de stok deel uit van de collectie van het Bevrijdingsmuseum Zeeland, en vertelt hij het kleine, persoonlijke verhaal achter een grote geschiedenis.